Voedselbosreis Zambia

Tekst: Klaartje Jaspers

Een versie van dit artikel verscheen eerder in het Streekblad

'Kasweta' - (Afro)cantarellus symoensii, een van de waardevolle paddestoelen die het bos moeten beschermen. Foto: Klaartje Jaspers

Het idee om steden eetbaar te vergroenen, kwam uit Afrika. In Namibië en Zambia had ik gezien hoe kleine eetbare bostuintjes de positie van vrouwen versterken, en hoe gemeenschappelijke bossen in eten voorzien als het geld op is. Om ook Nederlanders zonder tuin of groene vingers zulke ‘levende provisiekasten’ te geven, ontwierp ik mobiele minivoedselbosjes voor Mobile Orchards en stortte ik me met Astrid van Beek op de oprichting van voedselbuurtbos GeuzeGroen.

Maar terwijl we in Zoetermeer druk bezig zijn met het planten van bomen, gaat de ontbossing in Zambia gewoon door. Dorpelingen hebben grond nodig om te kunnen eten en huizen te kunnen bouwen, terwijl hun beleidsmakers dromen van grote akkers vol sproei-installaties die de Europese markt moeten bedienen. Om het bos te behouden, zouden de bosgebruikers meer moeten verdienen aan levende bomen dan aan hun kap.

Voor veel van mijn Zambiaanse buren lijkt dat onmogelijk; ze hebben weinig middelen om hun oogst langer te bewaren en geen toegang tot markten waar ze een betere prijs voor hun producten kunnen krijgen. In de hoop dat te veranderen, begon ik vorig jaar de Minamba Research Farm, een soort bosboerderij op stuk verlaten landbouwland in Noord-Zambia.

Afgelopen februari was het tijd voor de eerste voedselbosreis: samen met een collega-ontwikkelingssocioloog van de Universiteit Wageningen, vertrok ik naar Zambia om een zonnedroger en een wateropvangsysteem aan te leggen en in kaart te brengen wat het land nu eigenlijk te bieden had. Lokale boskenners leidden ons rond en vertelden waar je de planten voor kan gebruiken. Hun kennis was zo indrukwekkend

Nadat we 500 bomen geïdentificeerd hadden, was het wel duidelijk – een deel van het land was arm, maar het was bezaaid met lokale fruitbomen, die traditioneel gespaard worden bij het aanleggen van de velden. Het zoemt er van de bijen, en is rijk aan bijzondere eetbare paddestoelen zoals cantharellen, russula’s en exemplaren van de grootst bekende eetbare paddestoel op aarde: de termitomyces titanicus, die alleen bij termietenheuvels groeit. Met een beetje geluk, blijken die straks in Nederland zo veel waard te zijn dat ze de redding worden van de bomen waaronder ze groeien.

Wil je mee op voedselbosreis of op een andere manier bijdragen? Stuur een mailtje naar

klaartje@mobileorchards.com