Menu Sluiten

Statuten

Statuten

NAAM EN ZETEL
Artikel 1.
De stichting draagt de naam: Stichting Voedselbuurtbos.
De stichting is gevestigd in de gemeente Zoetermeer.

DOEL
Artikel 2.
1. De stichting heeft tot doel:
– het faciliteren van toegankelijke, sociaal en ecologisch verantwoorde
voedselproductie van meerjarige eetbare gewassen;
– het verhogen van biodiversiteit;
– het behoud, vermeerderen en verspreiden van kennis over eetbare
bosproducten en hun productiesystemen;
– het bevorderen van de culturele uitwisseling en sociale cohesie in de
nabijgelegen buurten,
en verder al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt
of daartoe bevorderlijk kan zijn, in de ruimste zin des woords.
2. De stichting tracht haar doel te bereiken door:
– het aanleggen, beheren en in stand houden van een zeer biodivers
voedselbos waarin microklimaten en de genetische diversiteit worden
geoptimaliseerd zonder het gebruik van kunstmest, insecticiden, pesticiden,
en dergelijke waarbij een terughoudend snoei- en maaibeheer wordt
gevoerd;
– het verzamelen en verstrekken van kennis en kunde en het initiëren en
faciliteren van onderzoek op vorenstaand gebied
– het organiseren van activiteiten en bijeenkomsten voor verschillende
groepen bezoekers en gebruikers;
– het toegankelijk maken van het voedselbuurtbos voor zowel valide als
mindervalide gebruikers;
– het bieden van een toegankelijk platform waar bezoekers en gebruikers
aangesproken worden op hun kennis en kunde, en op een gelijkwaardige
wijze hun input kunnen leveren;
– het aanmoedigen van een innovatieve, gastvrije cultuur waarin ruimte is
voor experiment, respectvolle correctie, sociale samenwerking en open
debat,
zulks al dan niet in samenwerking met derden en met inbegrip van het
verrichten en bevorderen van alle handelingen die daarmee direct of indirect
verband houden, alles in de meest ruimte zin des woords.
3. De stichting beoogt niet het maken van winst.

VERMOGEN
Artikel 3.
1. Het tot verwezenlijking van het doel der stichting bestemde vermogen wordt
gevormd door:
a. opbrengsten uit de verkoop van oogst en voedselbos gerelateerde
producten, curiosa en kennisproducten;
b. opbrengsten van overige door de stichting georganiseerde workshops en
activiteiten en verleende (ecosysteem)diensten;
c. subsidies en/of andersoortige (overheids)bijdragen;
d. opbrengsten vanuit sponsoring;
e. giften en donaties en hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of
legaten, waarbij erfstellingen slechts kunnen worden aanvaard onder het
voorrecht van boedelbeschrijving;
f. alle andere wettige baten.
2. De stichting houdt niet meer vermogen aan dan redelijkerwijs nodig is voor de
continuïteit van de werkzaamheden ten behoeve van de doelstelling.
Indien vermogen of bestanddelen daarvan krachtens uiterste wilsbeschikking of
schenking zijn verkregen, dan is het toegestaan het vermogen of bestanddelen
daarvan in stand te houden, voor zover die instandhouding voortvloeit uit de
aan de uiterste wilsbeschikking of schenking verbonden voorwaarden.
3. De kosten van verwerving van gelden en de beheerskosten van de stichting
dienen in redelijke verhouding te staan tot de bestedingen ten behoeve van het
doel van de stichting.

BESTUUR; SAMENSTELLING, BENOEMING EN ONTSLAG
Artikel 4.
1. Het bestuur bestaat uit een door het bestuur te bepalen aantal bestuurders van
ten minste vijf.
Bestuurders kunnen geen familierechtelijke betrekking met elkaar hebben.
Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
2. Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een
penningmeester aanwijzen. Een bestuurder kan meerdere functies uitoefenen.
3. De bestuurders worden benoemd door het bestuur. In vacatures wordt zo
spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na het ontstaan van de
vacature, voorzien.
4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van maximaal drie jaar.
Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; een
volgens het rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
De in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in
van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
5. Ingeval van ontstentenis of belet van een bestuurder blijven de overige
bestuurders met het bestuur belast.
Het bestuur wijst één of meer personen aan die tijdelijk met het bestuur zijn
belast in de situatie van ontstentenis of belet van alle bestuurders.
6. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien
hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met
het belang van de stichting. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden
genomen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke
vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
7. Een bestuurder defungeert:
a. door zijn overlijden;
b. doordat hij failliet wordt verklaard of surséance van betaling aanvraagt;
c. door zijn onder curatele stelling;
d. door zijn aftreden;
e. door zijn ontslag door de rechtbank;
f. door zijn ontslag verleend door de gezamenlijke overige bestuurders.

BESTUUR; TAAK EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 5.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het bestuur is bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen,
behoudens de rechtshandelingen zoals bedoeld in artikel 291 lid 2 Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek.
3. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken worden hen
door de stichting vergoed.
Het bestuur kan aan bestuurders geen bezoldiging toekennen, doch wel
vacatie- of presentiegeld, zulks voor zover dat niet bovenmatig is.
4. Het bestuur ziet er op toe dat een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon
over het vermogen van de stichting kan beschikken als ware het zijn eigen
vermogen.
5. Het bestuur beschikt over een actueel beleidsplan dat inzicht geeft in de door
de stichting te verrichten werkzaamheden, de wijze van verwerving van gelden,
het beheer van het vermogen en in de besteding daarvan.

BESTUUR; VERTEGENWOORDIGING
Artikel 6.
1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk
handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan één of meer
bestuurders, evenals aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die
volmacht te vertegenwoordigen een en ander voor zover in overeenstemming
met het in artikel 5 lid 4 bepaalde.

BESTUUR; WERKWIJZE
Artikel 7.
1. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
Voor zover in deze statuten niet anders wordt bepaald, worden alle besluiten
van het bestuur genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte
stemmen.
2. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen,
mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen
en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
Een besluit is alsdan genomen, indien de vereiste meerderheid van het aantal
bestuurders zich vóór het voorstel heeft verklaard.
Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de
eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld.
3. De voorzitter dan wel ten minste twee van de overige bestuurders zijn gelijkelijk
bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
4. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in
het voorgaande lid bedoelde personen dan wel namens deze door de secretaris
schriftelijk op een termijn van ten minste zeven dagen, onder opgave van de te
behandelen onderwerpen.
De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse binnen
Nederland, te bepalen door degene die de vergadering bijeenriep, dan wel deed
bijeenroepen.
Indien werd gehandeld in strijd met het hiervóór in dit lid bepaalde, kan het
bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering
afwezige bestuurders vóór het tijdstip der vergadering hebben verklaard zich
niet tegen de besluitvorming te verzetten.
Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de bestuurders en
degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd.
5. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk
doen vertegenwoordigen.
Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering
vertegenwoordigen.
6. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid
voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
7. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de
vergadering worden gehouden, met dien verstande, dat indien een of meer
bestuurders zulks verlangen, stemmingen over personen schriftelijk
geschieden.
8. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel
dat door het bestuur een besluit is genomen, is beslissend, tenzij daartegen
onmiddellijk door een of meer andere bestuursleden bezwaar wordt gemaakt.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd
gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
9. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen
gehouden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de
vergadering aangewezen persoon.
De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in de eerstvolgende vergadering
en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering
ondertekend.

BOEKJAAR, JAARSTUKKEN
Artikel 8.
1. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
2. Uiterlijk een maand voor het verstrijken van het boekjaar stelt de
penningmeester een begroting van de baten en lasten voor het komende
boekjaar op zendt deze aan alle bestuurders
3. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken der
stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijf
maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en
lasten op over het verstreken boekjaar.
De penningmeester zendt deze stukken voor het einde van de in de
voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders.
4. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen
zes maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld.

STATUTENWIJZIGING
Artikel 9.
1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging behoeft een meerderheid van
ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin
alle fungerende bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Zijn ter vergadering, waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is, niet
alle fungerende bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd, dan zal een
nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder dan twee en
niet later dan vier weken na de bedoelde vergadering, waarin het besluit kan
worden genomen met een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte
stemmen, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal
worden gedaan, dient zulks steeds te worden vermeld. Tevens dient een
afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde
wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping
bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
Het bepaalde in artikel 7 lid 4 derde zin is van overeenkomstige toepassing.
4. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is
opgemaakt.
Ieder der bestuurders is bevoegd deze akte te doen verlijden.
5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een
volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten
kantore van het door de Kamers van Koophandel gehouden handelsregister.

ONTBINDING EN VEREFFENING
Artikel 10.
1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in het voorgaande
artikel, leden 2 en 3, van overeenkomstige toepassing.
3. Het bestuur is met de vereffening belast, tenzij bij het besluit tot ontbinding één
of meer andere vereffenaars zijn benoemd.
4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat van de ontbinding inschrijving
geschiedt in het in lid 5 van het voorgaande artikel bedoelde register.
5. Het bestuur stelt bij het besluit tot ontbinding de bestemming van het batig
liquidatiesaldo vast, met dien verstande dat dit batig saldo moet worden
besteed ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een
soortgelijke doelstelling of van een buitenlandse instelling die uitsluitend of
nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke
doelstelling heeft.
6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot vereffening
van haar vermogen nodig is.
Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel
mogelijk van kracht.
In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moet aan de naam van de
stichting worden toegevoegd de woorden “in liquidatie”.
7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de
ontbonden stichting gedurende de door de Wet bepaalde termijn onder
berusting van de door de vereffenaars aangewezen persoon. Deze persoon is
gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan voormeld
handelsregister.