Voorzitter John-John van Aerde wil dat het bos leeft, loopt en leert

Groene vingers heeft de eerste voorzitter van Voedselbuurtbos Geuzegroen, John-John van Aerde niet per se, ook al heeft hij een moestuin en een avocadoboom achter zijn huis. Wel heeft hij veel respect voor de natuur, en gelooft hij er heilig in dat het bos bij gaat dragen aan een betere wereld. Met zijn vermogen om mensen te binden en te motiveren wil Van Aerde er als een ware coach voor zorgen, dat het Voedselbuurtbos ‘leeft, loopt en leert.’

De redactie interviewde Van Aerde en ontdekte een enthousiast en bevlogen mens, dat gelooft in het Voedselbuurtbos in de Nieuwe Driemanspolder tussen Zoetermeer en Den Haag.

Van Aerde studeerde sociale- en organisatiepsychologie aan de Universiteit van Leiden (2004). Na twee banen in loondienst werkte hij acht jaar voor zichzelf als coach bij Sofaerde Coaching. Hij ging drie jaar geleden weer in loondienst als (job)coach/trainer. Maar ook het vrijwilligersbloed stroomt Van Aerde door de aderen. Hij werkt als conflictbemiddelaar voor Bureau Bemiddeling en Mediation en is coach/trainer voor de jeugd onder 10 jaar bij SV Leidschenveen. Zijn hobby’s zijn zijn drie kinderen, orthomoleculaire voeding, moestuinieren, voetballen, schaken, hardlopen en cross-fit.

Omdenken
Resultaat is het doel bij al Van Aerde’s (vrijwilligers)werk. Hij licht toe: “Het leuke van het coachen vind ik het bespreken van dingen, het aandragen van verbeterpunten en het daadwerkelijk beter maken van mensen. Ik zal een voorbeeld geven. Een jongetje uit mijn voetbalteam schoot op het doel. Maar de bal schoot ver over het doel heen. Ik vroeg hem: ‘’Waar denk je aan als je de bal schiet? Misschien denk je aan de keeper. Maar je kunt ook aan het gat denken, waar je de bal in moet schieten. Dat ging hij doen, hij was bewust bezig en schoot raak.”

Via de presentatie over het Voedselbuurtbos in de bibliotheek van Voorburg in 2018 door de initiatiefnemers Klaartje Jaspers en Astrid van Beek raakte Van Aerde geinteresseerd in het Voedselbuurtbos. Hij is als vrijwiliger begonnen bij team 3, dat in het teken staat van het inzetten van oude ambachten voor het bos, zoals vlechtwerk. Hij signaleerde daar wat verbeterpunten, zoals een iets te afwachtende houding van de vrijwilligers en onduidelijkheden over wie wat zou doen. Toen hij door Klaartje en Astrid getipt werd over een bestuursfunctie, hapte hij toe. Inmiddels zijn er al zes vergaderingen geweest met de secretaris, de penningmeester en de twee initiatiefnemers. “We hebben een leuk team.”

Spirit
Van Aerde ziet het vooral als zijn taak als voorzitter om de voortgang van alle Geuzegroen-projecten te bewaken. “Ik weet hoe ik mensen moet motiveren en hoe je effectief vergadert. Ik zie het ook als mijn taak om de vrijwilligers te binden. De spirit moet erin komen, en erin blijven. De vragen die ik iedere keer langs mijn meetlat zal houden is: leeft het bos, loopt het en leert het? Leeft het onder de mensen die er betrokken bij zijn? Leeft het onder de mensen waarvan we denken dat het interessant voor hen zou zijn? Immers, als het gaat leven, dan komt er beweging.” Met ‘loopt ’t’ bedoelt Van Aerde het organisatorische stukje: “Lopen de zaken die georganiseerd moeten worden, of is er ergens een kink in de kabel? Zo ja, wat is er dan voor nodig om de kabel weer recht te kunnen trekken?” En ‘leert het’ licht hij als volgt toe: “Als het leeft en loopt,kunnen we ons afvragen welke lessen we er uit kunnen trekken om nog verder te gaan in ontwikkelingen en innovaties, zodat we mens en natuur in harmonie dichter bij elkaar kunnen brengen”.

Er valt veel te halen in het Voedselbuurtbos, daarvan is Van Aerde overtuigd: “Ik zie er alleen maar positieve dingen in. Het bos draagt bij aan een betere wereld. Zo worden mensen er vaardig in het omgaan met de natuur en krijgen zo (nog meer) respect voor de natuur. Ook ontmoeten ze andere mensen met wie ze een band kunnen opbouwen en voor wie ze respect kunnen hebben. Het bos zal voor veel mensen een prettiger leven betekenen.”

Van Aerde ziet zichzelf als een echte Hagenaar. Op zijn vierde kwam hij met zijn uit Suriname afkomstige opa en oma in Den Haag wonen. “Den Haag heeft alles, bos – ik kom graag in Madestein – , strand en een multi-culturele bevolking, Dat vind ik leuk, ik heb vrienden uit allerlei culturen.” Maar geleidelijk ging hij meer doen in Zoetermeer: “Ik ging winkelen in het Stadshart, sporten bij Snowworld en maakte er vrienden. En ik kwam er natuurlijk voor het Voedselbuurtbos. Zoetermeer is een zaadje dat in mij geworteld is en groeit.”

Levensmotivatie
Over wat hem beweegt in het leven kan Van Aerde kort zijn, maar het is heel breed: “Harmonie en vrede, dat is voor mij het belangrijkste, en respect voor anderen. Je maakt daarmee zelf je eigen omgeving prettig.”

 

Tekst Christa van der Hoff